“Neem een geit” is niet het beste advies (wel een leuk boekje)

Claudia de Breij en Jessica van Geel interviewden een peloton bekende, oude, wijze mensen. Hun levenslessen schreven ze op in het boekje Neem een geit. Om eerlijk te zijn, zitten daar geen knallers van inzichten tussen. Ik ben bang dat dat het juist zo goed maakt.

Want, als je al bijna 45 jaar op deze aardkloot rondloopt, snap je waar de les vandaan komt, heb je hem weleens gehoord of is het al (meer dan) eens mislukt hem toe te passen in je eigen leven. Als je de wijsheid volledig onderstreept, dan is het natuurlijk sowieso een open deur van jewelste.

Tóch is Neem een geit een aanrader. De tips raken kant én wal, worden prettig verteld (ik had het genoegen Claudia bijna 8 uur in mijn oor te hebben) en je had eigenlijk bij de gesprekken willen zijn. Zonder dat dat dat nodig is om de boel te begrijpen.

Grote waarheden worden vaak groot gebracht en dat maakt ze belerend. Daar worden wij niet blij van. Neem een geit blinkt uit in mildheid. En de tips zijn vaak gewoon goed om regelmatig te herlezen. Neem een geit is daarom een ideaal boek om te vandaliseren met markeerstift en geeltjes. En om cadeau te doen aan iemand die korter dan 45 jaar op deze aardkloot rondloopt. Want, wie wil er geen mild boekje over goed leven?

Van mij krijg je deze alvast cadeau:

  • Een nieuwe baan of klus moet elk geval 2 van deze 3 P’s in zich hebben: poen, plezier en prestige. Zeker geen plichtsbesef.
  • Wijsheid haal je bij anderen. Claudia haal deze quote bij filosoof René Gude.
  • Wees een startblok voor je kinderen. Ze moeten zich van je af kunnen zetten.

Struikelen over California Dreamin’

Ik struikelde – op een goede manier – over California Dreamin’. Je weet wel, dat liedje van The Mammas & the Pappas. Dit liedje ging rechtstreeks mijn hart in. De backing vocals en de solozang gaan zo lekker samen. En zelfs als je de tekst niet goed kent, kun je de tweede keer al lekker meezingen in het achtergrondkoor.

Op YouTube vond ik deze uitvoering van California Dreamin’. Het is een opname van de avond dat The Mammas & the Pappas werden opgenomen in de Rock ’n Roll Hall of Fame. Het plezier waarmee Michelle Philips zingt, daar word je toch blij van?

The Beach Boys maakten deze mooie cover van California Dreamin’. Niet toevallig vormden kinderen van leden van beide bands Wilson Philips, die een hit hadden met Hold On.

Maar, Bjorn, is er nog een link met Star Trek?

Natuurlijk, is er een link met Star Trek. Michelle Philips speelde de verloren liefde van Patrick Stewart in de aflevering We’ll always have Paris van Star Trek: The Next Generation. Alsjeblieft, graag gedaan.

Luister Wodan Boys, mensen

Bij de televisieregistratie van Eurosonic/Noorderslag zag ik Wodan Boys. Een lekkere, recht-toe-recht-aan rock ’n roll band uit Den Haag. Op dit moment is Bells hun single en ik krijg daar bijna geen genoeg van.

Een 3FM-dj waarvan ik de naam vergat (omdat ik te oud ben voor deze zender), noemde de bassist zijn spirit animal (wat iets als ’te gek’ zal betekenen). Prima buik, prima gilet, inderdaad.

De naam Wodan Boys komt van Koot en Bie die het hadden bedacht als de sportclub van De Tegenpartij. En dat doet nu zo griezelig aan forummers denken, dat ik snap dat Koot en Bie de typetjes Jacobse en Van Es hebben laten sterven. Gelukkig hebben we de humor nog.

En een lekker bandje. Wodan Boys, luisteren!

Welcome to Night Vale

Dejongste heeft uitstekende smaak. Ik zou daar graag een pluim voor ontvangen. Hen bestaat voor de helft uit mijn genen en brengt al diens hele leven met mij door. Maar dat voelt ook wat oneerlijk. E leverde de andere helft van de genen. En woon net zo lang in hetzelfde huis.

Bovendien, gaat het niet om mij (of ons), maar de uitstekende smaak van Dejongste.

Gisteren liet Dejongste mij in de auto Welcome To Night Vale luisteren. Een podcast over de gebeurtenissen in een fictief stadje waarvan in tien jaar al meer dan 200 afleveringen zijn gemaakt. Waarom, ik er niet eerder van hoorde, ontgaat mij volledig. Ik weet wel dat het kapot grappig is.

Al kan ik er niet de vinger op leggen. Het doet mij denken aan The Hitch Hiker’s Guide to the Galaxy. Of elk geval iets van Douglas Adams. Night Vale is thrillerhorrorhumor, of zoiets. En dat dan in een podcast. Wat het ook is, ik mis mijn eigen podcasts voor geen meter als Dejongste Night Vale in de autoradio plugt.

Een kijkje op de website leert mij dat er albums, boeken en liveshows zijn van Night Vale. Met 200+ afleveringen wordt dit een langdurige obsessie.

Betekenistetris

In de podcast Boeken FM (S8E3) hoorde ik Ellen Deckwitz betekenistetris zeggen. Het woord bestaat nog niet. Toen ik er op googelde kreeg ik óf de definitie van het computerspel met blokken, óf zinnen die eindigen met het woord betekenis en worden gevolgd door zinnen die starten met Tetris.

Kortom: Betekenistetris is een nieuw woord

Wat Ellen ermee bedoelde legde ze uit in de podcast. Betekenistetris is een poging ergens een lijn in te vinden.

Ik vind het een fijn woord (4¾ ster), omdat betekenis en tetris rijmen en een goede nadruk op de T hebben. Bonusreden: Het gebruik van een 40 jaar oud computerspel waarin je met blokken punten kunt scoren door lijnen te maken.

Andere oude computerspellen die taalkundig kunt recycelen zijn:

  • Ideeënpong, een brainstorm waarin deelnemers ideeën heen en weer laten gaan
  • Zingevingspacman, zoektocht in een labyrint naar de betekenis van het leven waarin je kunt worden gedood door spoken uit het verleden
  • Wokey Kong: een spel waarin een prinses (m/v/x) door een loodgieter (m/v/x) gered moet worden uit de klauwen van een gorilla
  • Mario Brossen: Het woord “pizzadeeg” roepen voor het eten van een luchtige snoepreep

Koppiebrauw

Doudste kreeg bij een pubkwis de vraag: “Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen.” Bert is de koning van de unibrow). Maar Ernie?

Mijn kinderen zijn zo oud dat ik geen actieve herinnering aan zijn wenkbrauw(en) heb. Mijn hoofd had een paar hersencellen voor Ernie gereserveerd en die waren gevuld met nutteloze feitjes (breed gezicht, iets met fruit, stem van Wim T. Schippers, een lach waarbij je je huig tegen de bovenkant van het strottenhoofd duwt).

Maar of hij nu twee, geen of toch één wenkbrauw had? Ik had het moeten googelen als Doudste het me niet had verteld.

Gelukkig hebben de foto’s nog.

Cunk on Earth is zalig stupide

Actrice Diane Morgan vertelt het verhaal van onze planeet in de mockumentary Cunk On Earth. Diane kende ik van Ricky Gervais’ serie Afterlive, waar ze een advertentieverkoper van een lokale krant speelde.

Dat ze een klein imperium heeft opgebouwd als de presentatrice Philomena Cunk, ontdekte ik pas toen Netflix reclame ging maken voor deze serie. Zo ging de nepdocu’s Cunk on Christmas over kerst en Cunk on Britain over Groot-Brittannië. En schreef ze een papieren Wikipedia van onwaarheden met de titel Cunk on Everything: The Encyclopedia Philomena.

Deze serie is zalig stupide, omdat het in alles doet of het een echte documentaire is. Een BBC-documentaire nog wel. Vol interviews met top-experts van gerenommeerde universiteiten en wijde shots van de presentator die op bekende plekken van over de hele wereld wandelend over de geschiedenis van de wereld vertelt.

De experts beantwoorden op een serieuze manier de rare – en soms onfeitelijke – vragen van mevrouw Cunk. Ook al is dat: “Ik heb daar nooit aanwijzingen voor gezien“. Zo blijven de experts in hun rol en leer je grappig genoeg ook nog wat.

En dan heb ik het nog niet eens over de informatie die ik al mijn hele leven miste over Pump Up The Jam van Technotronic.

Guus Meeuwis maakt me een jaloers op Brabant

Dejongste had het over Kedeng, kedeng van Guus Meeuwis. Met desastreuze gevolgen. Het refreintje denderde bij E en mij door het hoofd. Oehoe. Tot overmaat van ramp corrigeerde ik E, omdat ze Guus verkeerd citeerde in de tweede regel van het refrein. Halp.

Het is een nacht is een juweel als je het vergelijkt met Kedeng kedeng. En dan alleen maar omdat er iets van gevoeligheid in zit. Voldoende om de dichterlijke vrijheid van regel “Op de grond ligt een lege fles wijn” te tolereren (het is wijnfles!).

En dan heb ik het nog niets eens over de gebrekkige gevolgtrekking in de regel “Er rammelt plotseling kar roept een juffrouw ‘koffie thee’; Ik heb wel dorst, toch zeg ik nee“.

Enfin.

Guus Meeuwis heeft de mazzel dat hij op Het is een nacht en Kedeng, kedeng een carrière heeft kunnen bouwen die uiteindelijk leidde tot het schrijven van Brabant. Een lied dat veel Brabanders zien als het officieuze volkslied van de provincie.

Ik snap waarom Brabanders dit lied in hun hart meedragen. Want of je het nou binnen of buiten de provincie hoort, het gaat over thuisvoelen in Brabant. Weemoed, die Guus met een magistrale laatste regel in het refrein verwoordt:

en ik loop hier alleen in een te stille stad
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
en dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht

Dan is Het Grönnens Laid toch voornamelijk een beschrijving van de provincie Groningen. Natuurlijk hemelt het lied de provincie op. Maar Brabant verwoordt het gevoel dat Brabanders bij hun provincie hebben.

Het is geen wonder dat daarom veel Groningers warmere gevoelens lijken te hebben bij Mien hogelaand van Ede Staal. Ook Mien hogelaand beschrijft ook grotendeels de provincie, maar in 2 regels maakt Ede Staal het iets van zichzelf door over de troost te vertellen die hij in het landschap vindt. Of anders bij ’t Het nog nooit zo donker west. Een songtekst met een springsteenachtige vertelkracht. Prachtig, maar het laat me niet verlangen naar Groningen.

Het Grönnens Laid past uitstekend bij de reclameleus “Er gaat niets boven Groningen“. Prima om mensen voor een weekendje naar de Stad te krijgen. Guus’ Brabant laat je echter daadwerkelijk te verlangen naar een verhuizing naar Noord-Brabant.

Daniël Lohues over ‘anderen’

In zijn column voor het Dagblad van het Noorden schrijft Daniël Lohues over verzuiling in het dorp vroeger en het gebrek aan zuilen in het Nederland van nu.

Bij ons in het dorp ging elke geloofsovertuiging naar z’n eigen kerk. Eigen school. Eigen gymnastiek. Er waren twee voetbalverenigingen. En de verkenners: dat was voor katholieken. Het zwembad was wel voor iedereen. Maar daar lagen we op onze handdoekjes ook vast niet door elkaar heen

De zuilen brokkelden af. Je ziet alleen nog wat stompjes her en der. Niemand lijkt nog bezig te zijn met ‘die anderen’. Een goeie zaak. Maar sommige mensen hebben inmiddels andere anderen gevonden. En rekening houden met dingen zeggen die kwetsend zijn voor die nieuwe anderen is er niet bij. Zo blijven we verdomme aan de gang.

Frits Sissing is een Stadjer

Voor wie niet weet wat dat is: een Stadjer is een inwoner van de stad Groningen. Ommelanders hadden volgens mij behoefte om zich te onderscheiden van hun stadse provinciegenoten.

Volgens Wikipedia houdt het verband met gewest Stad en Lande (zoals de regio toen heette) tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook wordt het gebruikt om ‘echte’ stad-Groningers te onderscheiden van studenten van elders.

Frits Sissing kwam als student van buiten de stad. Tegelijk was hij een soort superstadjer. Zijn familie had namelijk apotheek Sissing aan de Grote Markt. Frits groeide op boven de zaak. Waardoor hij niet alleen aan het bekendste plein van de stad woonde, maar ook nog eens tussen Vindicat en de Martinitoren. Eigenlijk vat dát Frits als Stadjer perfect samen.

Tijdens zijn jeugd verhuisde hij namelijk met zijn ouders naar het Gooi. Om weer terug te komen als student én lid van Vindicat. Waardoor hij veel te vinden was bij zijn oude buren. Los van wat je van het hedendaagse Groninger studentencorps vindt, vind ik het een prachtig toeval.

Cunera van Selm maakte er tien jaar terug dit interview met Frits over. Alleen al kijkenswaardig omdat het begint met een deel van de Grote Markt dat niet meer bestaat.

Yous & Yay & Yeliz Çiçek

Yeliz Çiçek

Yous en Yay in gesprek met Yeliz Çiçek – de hoofdredacteur van de Nederlandse Vogue – over werken voor modebladen, je weg vinden in theoretisch onderwijs als je van een basisschool uit een achterstandswijk komt en dat ze (wat de krant ook zegt) géén pizzakoerier is geweest.

Het is een feestje om naar Yeliz te luisteren. Ze praat over mode en de modewereld op een manier dat een 44-jarige ANWB-fashionista het ook begrijpt mét een fijne vrolijkheid in haar stem.

Luister de aflevering!

Oók Sinan Can is fan van Yeliz. Dus wat doen die airpods nog uit je oren?

Aan de randen van de dag

In Aan de randen van de dag schrijft Femke van der Laan over haar leven met Eberhard van der Laan. Nooit overdreven liefdevol, nooit kritiekloos, zonder vaker dan twee keer zijn voornaam te noemen.

Aan de randen van de dag is een quilt van verhalen die aan elkaar is genaaid met terugkerende patronen van woorden. Zoals medische handelingen die Eberhard ondergaat tijdens zijn ziekte. En lijstjes van mensen die geïnformeerd moeten worden over zijn naderende dood.

Dat – samen met de stem van Femke – trekt je het audioboek in. Een boek van een weduwe over haar overleden echtgenoot is altijd een beetje tricky. Femke van der Laan heeft de truc gevonden om van hun liefdesverhaal persoonlijk en herkenbaar te maken.

Date voor de planeet, enzovoorts

Op de radio sloot een reclame af met date voor de planeet. Mijn hoofd begint te rollen:

Scheet van de bilspleet

Oerkreet van de biathleet

Sekreet van de proleet

Komeet voor de diabeet

Dieet voor de triatleet

Reet bij de vleet

Zweet van de asceet

Indiscreet van de analfabeet

Duivelsbeet van de onheilsprofeet