Ik lees graag boeken van Jonas Jonasson. In zijn verhalen zijn de underdogs de helden die je hun rare of bijzondere trekjes direct vergeeft. Ze moeten strijden tegen hoe de wereld in elkaar steekt. En die wereld wordt meestal verbeeld door een wetboekwaanzinnige bejaardenhuisdirecteur, geldgeile galeriehouder of nepobaby uit het apartheidsregime.
Je leert de karakters niet diepzinnig kennen. Want, alles dat ze doen of overkomt, gebeurt om het verhaal verder te brengen. Het geniale bommenmeisje is een kritiek op apartheid. Denk maar niet dat je hoofdstukken diep leed van zwarte Zuid-Afrikanen voor je kiezen krijgt. Integendeel. Het titulaire geniale bommenmeisje maakt carrière krijgt per toeval een bizar ongeluk en redt zich daar wonderwel uit. Je daardoor eerder medelijden met de witte onderdrukkers van de hoofdpersoon, dan andersom.
Jonas Jonasson schrijft zijn boeken bijna achteloos, zodat het gemak waarmee het verhaal zich langs het plot wurmt, geen enkel bezwaar is.